Staat zelfsturend leren al op jouw agenda?

Gepubliceerd op 24 augustus 2016 om 15:28

Nu en in de toekomst doen mensen er goed aan om te werken aan hun duurzame inzetbaarheid. Want de trend van flexcontracten, reorganisaties en werken op projectbasis zal alleen maar toenemen. En als mensen over de benodigde kennis en vaardigheden (blijven) beschikken, passen ze zich snel aan de veranderende omstandigheden aan en vinden ze makkelijker een nieuwe werkplek of opdrachtgever. Zelfsturend leren heeft daarbij een hoofdrol: leren wat je wilt, wanneer je het wilt en hoe je het wilt. Maar wat betekent dit voor jouw rol als trainer? Staat zelfsturend leren al op jouw agenda?

 

Leren als iemand wil leren

Werkinhoud en werkomgeving veranderen steeds sneller, door technologische ontwikkelingen, veranderingen in de markt en nieuwe organisatiemodellen. Mensen moeten zich staande houden tussen complexere taken en hogere kwalificatie-eisen. Dit vraagt om een grotere flexibiliteit. Steeds vaker werken mensen niet meer binnen één organisatie of één functie, maar daar waar ze meerwaarde bieden. Daardoor is het nomadenprincipe in opkomst: flexwerken, buiten kantoortijd Skypen met buitenlandse collega’s etc. Wanneer mensen vaker tijd- en plaatsonafhankelijk werken, leren ze ook tijd- en plaats onafhankelijk. Een interessant artikel lezen in de trein, een instructiefilmpje bekijken op YouTube net voor het slapen gaan, of snel even een begrip Googlen: we vinden het doodnormaal. Leren vindt meer dan ooit plaats op het moment dat iemand de behoefte voelt om zichzelf te ontwikkelen. ‘Fluïde’ vaardigheden zijn daarbij belangrijk: vaardigheden die naar behoefte mee-ontwikkelen. Als mensen zelfsturend leren op de werkplek, versterken ze deze fluïde vaardigheden. Dan kunnen ze zelf de verantwoordelijkheid nemen voor hun leerproces, en initiatieven nemen om te leren en reflecteren op aanpak en resultaat. En ook: verschillende leerstrategieën toepassen, leren door samen te werken en het geleerde toepassen in de praktijk (Stubbé & Dirksen, 2013).

Leren naar een hoger niveau brengen

Wat kun je daar nu als trainer mee? Veel: de leeropbrengst groeit als je als trainer bijdraagt aan het zelfsturend leren van je deelnemers. Je cliënt leert vanuit zijn eigen motivatie wanneer hij de behoefte voelt zichzelf te ontwikkelen. Hij zal vrijwel direct effect ervaren van de nieuwe kennis of vaardigheden, wat de intrinsieke motivatie voor verdere ontwikkeling alleen maar vergroot. Doordat de deelnemer de handvatten heeft (of van jou krijgt) om zelfsturend aan zijn eigen ontwikkeling te werken, is hij in staat zich aan nieuwe situaties en werkzaamheden aan te passen. Het resultaat: een betere (duurzame) inzetbaarheid.

Van trainer naar leerbegeleider

Om het leren op de werkplek te faciliteren, zodat medewerkers kunnen omgaan met alle vraagstukken in de praktijk, is een andere visie op leren nodig. Het begeleide leren (denk aan een formele setting met een min of meer vaststaand programma dat aansluit op van tevoren geformuleerde leerdoelen) is nog maar een deel van de oplossing voor het levenslange leren. Mensen willen toegang tot flexibele leermogelijkheden die afgestemd zijn op hun individuele leerbehoeftes (zowel inhoudelijk als didactisch) en hun specifieke werkpraktijk. Zelfsturend leren helpt mensen effectief te functioneren en continu te blijven leren in een veranderende omgeving. Dit betekent dat zij veel meer hun persoonlijke ontwikkelpad zullen volgen. Wanneer je als trainer het zelfsturend leren wilt ondersteunen, zal je rol verschuiven naar die van leerbegeleider die de lerende coacht en adviseert waar nodig. Je ondersteunt de lerende en laat hem zo veel mogelijk zelf de regie houden.

Het nut van balans

Wordt je rol als trainer daarmee beperkter? Niet beperkter, wel gevarieerder. Als leerbegeleider ben je bijvoorbeeld coach, trainer, sparringpartner, begeleider van een oefensituatie, e-coach op een leeromgeving én inhoudelijke expert die de lerende adviseert. Stubbé en Dirksen (2013) hebben onderzocht hoe de omgeving ondersteunend kan zijn bij het leren. Zij benoemen drie aspecten van begeleiding die in balans moeten zijn: richting, ruimte en ruggensteun. Deze balans kan daarbij per leervraag of fase in iemands ontwikkeling verschillen. Om de deelnemer te helpen zelfsturend te leren, zul jij als leerbegeleider de balans bepalen tussen richting geven aan het leren (bijvoorbeeld door nieuwe uitdagingen of leeractiviteiten aan te dragen) of juist ruimte laten voor eigen initiatieven en eigen keuzes. In gesprekken, reflectiemomenten en feedback geef je ruggensteun aan de deelnemer. Daarbij maak je steeds de afweging of en welke ruggensteun iemand nodig heeft. Bijvoorbeeld concrete hulp en tips bij het toepassen van nieuwe kennis of vaardigheden. Of een goed gesprek over ambities, belemmeringen of zelfvertrouwen. Of alleen maar een uitdagende stelling op de leeromgeving… Dit vraagt van jou dat je flexibel bent, vertrouwen kunt geven aan de zelfsturing van deelnemers en ruimte kunt geven wanneer dat nodig is. Ben je er klaar voor?